
Ketenavond: Speerpunt Traumageriatrie regio Midden-Nederland
Tijdens de ketenavond op 21 november stond de opvang en behandeling van de oudere patiënt centraal. Deze kwetsbare patiëntengroep brengt specifieke uitdagingen met zich mee, zoals de combinatie van acute medische zorg en langdurig herstel. We bespraken casuïstiek, behandelopties en beleidsvraagstukken. Er werd stilgestaan bij de risico’s van operaties, alternatieve behandelingen zoals non-operatief management, en de inzet van technologie voor snellere diagnostiek en besluitvorming.
Annemarel Smith, RAVU-verpleegkundige, lichtte een casus toe waarbij een oudere patiënt met een geïsoleerde femur fractuur via de meldkamer werd aangemeld. Na beoordeling op locatie volgens het ABCDE-protocol werd de patiënt naar het UMC Utrecht gebracht, ondanks dat Meander Medisch Centrum dichterbij lag. Dit besluit werd mede ingegeven doordat de patiënt mogelijk een bloeding in het bovenbeen had. De keuze voor het ziekenhuis was gebaseerd op het LPA9-protocol en informatie-uitwisseling met het betrokken ziekenhuis.
Josephine Lopes Cardozo, AIOS Chirurgie aan het UMC Utrecht, ging verder in op de opvolging van deze casus. De patiënt werd bij aankomst opnieuw beoordeeld en bleef stabiel, zonder aanwijzingen voor een bloeding. Na overleg met Meander Medisch Centrum werd besloten de patiënt daarheen over te plaatsen, mede op wens van de patiënt en de familie.
Na deze casus benoemde zij andere voorbeelden van patiënten met complexe letsels die in een level 1 traumacentrum behandeld moeten worden. Deze casussen benadrukten de complexiteit van besluitvorming en de variatie in uitkomsten bij oudere patiënten. Hierbij kan leeftijd een complicerende factor kan zijn. En verschillende letsels in diverse lichaamsregio’s vragen om gerichte afstemming.
Detlef van der Velde, traumachirurg in het St. Antonius Ziekenhuis, ging dieper in op complexiteit van de zorg voor oudere patiënten met een heupfractuur. Hij wees erop dat niet alle patiënten baat hebben bij operaties, zeker niet de meest kwetsbaren. Uit cijfers blijkt dat van sommige groepen, na twee jaar slechts 40% van deze patiënten nog in leven is en dat complicaties na operaties – zoals infecties en delier – vaak voorkomen. Hij introduceerde het concept van het TON (Traumageriatrisch Onderzoek Nederland) en een nieuw concept voor gespecialiseerde zorg voor ouderen met complexe traumazorg. Hij besprak ook het non-operatief management, waarbij kan worden overwogen om een vorm van regionale anesthesie toe te passen gericht op pijnbestrijding bij heupfracturen. Deze keuze hangt sterk af van de kwetsbaarheid en levensverwachting van de patiënt. Van der Velde pleitte voor een gezamenlijke besluitvorming met patiënten en hun families, waarbij verwachtingen en behandelopties duidelijk worden besproken.
Emma de Fraiture, arts-onderzoeker traumachirurgie aan het UMC Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis, benoemde dat trauma(geriatrie) als een ziekte beschouwd moet worden. Ze legde uit hoe trauma het afweersysteem activeert en verzwakt, wat kan leiden tot niet functionele witte bloedcellen, waardoor makkelijk infectieuze complicaties ontstaan. Nieuwe technologie maakt het mogelijk om witte bloedcellen (neutrofielen) binnen 20 minuten te meten, wat waardevolle informatie biedt voor behandelbeslissingen.
Falco Hietbrink, traumachirurg aan het UMC Utrecht, sloot de avond af met een pleidooi voor intensieve regionale samenwerking. Hij benadrukte dat 99% van de patiënten met een gebroken heup in deze regio op de juiste plek terechtkomt (regionale ziekenhuizen), dankzij nauwe afstemming tussen pre-, intra- en post-hospitale zorg. De regio kenmerkt zich door sterke samenwerkingsverbanden, wat de kwaliteit van leven van patiënten aanzienlijk verbetert.
De avond bood waardevolle inzichten in casuïstiek, besluitvorming en innovatieve benaderingen, die niet alleen de huidige zorg versterken, maar ook bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de opvang en behandeling binnen de traumageriatrie.